Geen sanctie voor Ficq en Franken in Holleeder-zaak, hoewel kritiek op mediaoptreden

De Amsterdamse deken van de Orde van Advocaten, Henrichs, besloot in 2019 geen disciplinaire sancties op te leggen aan de strafpleiters Bénédicte Ficq en Stijn Franken, ondanks heftige kritiek op hun mediaoptreden tijdens de processtrijd tegen Willem Holleeder. Het besluit, vastgelegd in het vonnis ECLI:NL:TADRAMS:2019:116, kwam na een ingewikkelde procedure waarbij de Raad van Discipline moest afwegen tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en de plicht tot discretie in gevoelige strafzaken. Het was geen eenvoudige keuze — de zaak had de Nederlandse rechtswereld in de ban getrokken, en de publiciteit rond de zogenaamde "Holleeder-tapes" had de grenzen van professioneel gedrag op de proef gesteld.

Het onrustige begin van het geschil

Het conflict ontstond op een ochtend in 2019, toen het Twitter-account van het advocatenkantoor van Ficq en Franken een verklaring publiceerde met de titel: "Advocaten onder vuur. Spreekverbod Ficq en Franken rond Holleeder-tape". De verklaring kwam precies op hetzelfde moment als een RTL Boulevard-uitzending, waarin journalist De Vries meldde van een gesprek tussen Franken en deken Henrichs. De deken had eerder een mediameting gevraagd, uit vrees dat openbare uitspraken de integriteit van het proces zouden ondermijnen. Maar toen de advocaten hun verhaal op Twitter deelden, werd het een kwestie van publieke confrontatie — niet langer alleen een interne disciplinekwestie.

Wat stond er precies op het spel?

De kern van de kritiek lag in een interview van Stijn Franken met Eva Jinek. Daarin suggereerde hij dat de deken het onderzoek had ingesteld vanwege "publicitaire druk" — een bewering die deken Henrichs krachtig ontkende. De Raad van Discipline vond dat deze uitspraak niet volledig klopte, maar ook niet opzettelijk misleidend was. Het vonnis benadrukt: "Verweerder heeft nimmer gezegd dat de deken zou hebben aangegeven dat het onderzoek slechts zou zijn ingesteld vanwege publicitaire druk." Dat is een subtiele, maar cruciale verschil. Het was geen leugen, maar een interpretatie die in de lucht hing — en die de publieke opinie op hol joeg.

Bovendien werd er kritiek geuit op de Twitter-verklaring omdat die zich richtte op de vermeende beïnvloeding van een getuige — een ernstige beschuldiging in een strafzaak. Maar de Raad stelde vast: "In de verklaring is geen enkele beschuldiging aan het adres van een andere advocaat geuit." En nog belangrijker: "Heeft verweerder in de Twitter-verklaring op geen enkele wijze zijn geheimhoudingsplicht geschonden." Dat betekende dat, ondanks de schokgolf in de media, er geen formele regel was overtreden. Het was een kwestie van stijl, niet van strafrechtelijke overtreding.

Waarom geen sanctie, hoewel een deel van het bezwaar gegrond was?

De Raad van Discipline concludeerde dat een deel van het bezwaar van de deken "gegrond" was — maar dat de schade voor het aanzien van de advocatuur, zoals deken Henrichs vreesde, "daarmee juist beperkt" bleef. Het was een bijzonder nuancevol oordeel. De raad erkende dat de mediaoptreden onhandig was, misschien zelfs onverstandig. Maar ze vonden geen bewijs van opzet, geen schending van de beroepsethiek, geen poging tot beïnvloeding van het proces. In de rechtswereld is dat vaak het verschil tussen een waarschuwing en een schorsing.

"Niet valt in te zien hoe de door de deken verlangde media-stilte enig schade beperkend effect zou hebben kunnen sorteren," stelde de raad. Met andere woorden: als je al in de media staat, dan is een stilteverzoek vaak te laat. En als je geen geheimen hebt onthuld, dan is er geen basis voor disciplinaire actie. Dat was de logica achter het besluit — en het was een sterk signaal aan de advocatuur: je mag je mening geven, zelfs in gevoelige zaken, zolang je geen bewijs of vertrouwelijke informatie onthult.

Stijn Franken: meer dan een strafpleiter

Stijn Franken: meer dan een strafpleiter

Stijn Franken, die op 27 november 2025 op 58-jarige leeftijd overleed aan kanker, was geen gewone strafadvocaat. Hij was ook hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, waar hij samen met Lucia de Berk hoorcolleges gaf aan eerstejaars rechtenstudenten — een unieke combinatie van slachtoffer en verdediger, allebei door de rechtbanken geteisterd. Zijn boek "Laatste man" was geen gewone memoir. Het was een diep persoonlijk verslag van zijn ervaringen met Holleeder — en met de moraal van het strafrecht. In het boek beschrijft hij hoe hij en Holleeder elkaar begroetten: "Hé advocaat." "Hé boef." Een korte, bijna humoristische wissel, die de absurditeit van hun rolverdeling in één zin ving.

Franken was een man die de grenzen van het beroep uitdaagde — niet door overtredingen, maar door openheid. Hij geloofde in het recht op verhaal, ook voor de schuldigen. Dat maakte hem bijzonder, en ook controversieel. Zijn overlijden in 2025 liet een leegte achter in de Nederlandse strafrechtelijke wereld — niet alleen qua expertise, maar qua moed.

Wat betekent dit besluit voor toekomstige advocaten?

De uitspraak van 2019 blijft relevant, ook nu. In een tijd waarin sociale media alles versnellen en elke uitspraak binnen seconden wereldwijd te zien is, stelt de Raad van Discipline een belangrijke grens: het recht op mening is geen strafbare daad — tenzij je geheimen prijsgeeft. Dat is een bescherming voor advocaten, maar ook een waarschuwing: je kunt niet zomaar alles zeggen, maar je hoeft ook niet te zwijgen.

De zaak-Holleeder was een storm in een glas water, maar het besluit erover was een kantelpunt. Het versterkte het idee dat de advocatuur geen gevangenis is van stilte, maar een forum van argumenten — ook als die ongemakkelijk zijn.

Frequently Asked Questions

Waarom werd er geen sanctie opgelegd, terwijl Franken een onjuiste uitspraak zou hebben gedaan?

Omdat de Raad van Discipline vaststelde dat Franken geen expliciete bewering deed dat de deken het onderzoek uitsluitend vanwege publiciteit had ingesteld. Hij suggereerde het, maar beweerde het niet. In de advocatuur is er een verschil tussen een verkeerde insinuatie en een bewuste leugen — en alleen het laatste leidt tot disciplinaire sancties. Bovendien werd geen geheimhoudingsplicht geschonden, wat essentieel is voor strafrechtelijke ethiek.

Hoe reageerde de Amsterdamse Orde van Advocaten op het vonnis?

De Orde van Advocaten accepteerde het vonnis openlijk. In een mededeling op 8 augustus 2019 werd expliciet bevestigd: "Er komt geen dekenbezwaar tegen de strafpleiters Ficq en Franken." Dat betekende dat de deken, ondanks zijn bezwaar, de conclusie van de Raad van Discipline respecteerde — een zeldzame, maar belangrijke erkenning van onafhankelijke discipline.

Wat was de rol van Twitter in deze zaak?

Twitter was het platform waarop het conflict openbaar werd. De verklaring van het kantoor vormde een directe reactie op de media-acties van de deken, en zorgde voor een publieke confrontatie. De Raad vond dat de inhoud van de tweet geen ethische overtreding was — maar wel een voorbeeld van hoe sociale media de grenzen van professioneel gedrag vervagen. Het was een vroege test van hoe de advocatuur moet omgaan met virale communicatie.

Hoe verhoudde zich deze zaak tot andere media-gerelateerde tuchtschendingen?

Vergelijkbare zaken, zoals die rond de zaak van Lucia de Berk of de zaak van Geert Wilders, leidden wel tot sancties — maar meestal omdat geheimhouding werd geschonden of getuigen werden beïnvloed. Bij Ficq en Franken was dat niet het geval. Dit maakt hun zaak uniek: het ging om de manier van communiceren, niet om de inhoud van wat ze zeiden. Dat maakt het een voorbeeld voor advocaten die in hoge-profielzaken werken.

Wat was de impact van Stijn Frankens overlijden op de rechtswereld?

Zijn dood in 2025 werd als een groot verlies ervaren, vooral omdat hij een zeldzame combinatie was: een strafpleiter met academische diepgang en een ongecompliceerde humaniteit. Zijn hoorcolleges met Lucia de Berk inspireerden generaties studenten. Zijn boek "Laatste man" blijft een belangrijke bron voor het begrijpen van de moraal van het strafrecht — en van de complexiteit van menselijke schuld.

Is de uitspraak van 2019 nog steeds relevant in 2025?

Absoluut. In een tijd waarin advocaten op TikTok en X hun zaken bespreken, is dit vonnis een belangrijke leidraad: je mag je mening geven, maar niet als je geheimen prijsgeeft of getuigen beïnvloedt. De grens ligt niet bij wat je zegt, maar bij hoe je het zegt — en of je de wet respecteert. Dat is het erfenis van Ficq en Franken.